In de herfst van 2007 kondigde Radio 1
voor zijn avondprogramma Exit een bijzonder opwindende
wedstrijd aan. Luisteraars werden uitgenodigd om een
verslag door te bellen van een concert waar ze naartoe
zouden gaan. De prijs voor de winnaar: een jaar lang
(heel 2008) gratis optredens bijwonen…
Dat leek me wel wat. En aangezien ik toch kaartjes had
voor Bruce Springsteen in het Antwerpse Sportpaleis,
schreef ik me meteen voor de wedstrijd in.
En zie: ik werd geselecteerd, en mocht (tijdens de
eerste bisnummers van de Boss) een verslagje doorbellen.
Ik had een en ander voorbereid, maar uiteindelijk werd
het gesprek toch een andere richting ingestuurd door
Michaël Robberechts, de Exit-presentator.
Een paar weken later werd ik uitgenodigd voor de grote
finale. In de VRT-studio’s werden de drie door de jury
geselecteerde winnaars aan nieuwe proeven onderworpen.
We kregen één minuut om onze absolute favoriete cd te
bespreken; nog eens een minuut om een ter plekke
toegewezen plaat te recenseren, en in een halve minuut
moesten we het programma Exit Live aankondigen. In het
uurtje voorbereiding zag ik mijn tegenkandidaten zwoegen
en zweten en zuchten op hun teksten, en snapte ik: als
je die ene minuut vooraf helemaal uitschrijft, haal je
het niet. Een paar trefzinnen noteren, en er verder rond
praten tot je minuut om is… Zo lijkt het allemaal toch
een beetje spontaan.
We deden om beurt ons ding – met op de achtergrond een
tikkende klok, en na één minuut de onherroepelijke
gongslag. Herwig Verhovert praatte dan nog wat na, en
dat was precies waarop ik had gehoopt: bij improvisatie
voelde ik me prima in mijn vel. Mijn cd-besprekingen
haalden net de minuut (Born to Run van Springsteen had
ik thuis voorbereid, en met Lifes Rich Pageant van REM
had ik natuurlijk geluk bij de toegewezen plaat). De
aankondiging van Exit Live pakte ik anders aan: 20 namen
van uitvoerders en liedjes, krijg je nooit in dertig
seconden gepropt. Ik had dus besloten om er een
boodschap aan mijn vrouw van te maken: ‘ik zal er
volgend jaar niet vaak zijn, want ik wil deze wedstrijd
winnen…’.
Een half uur later zaten we met drie kandidaten in de
studio, netjes op een rij, met voor ons de strenge maar
rechtvaardige jury. Ze evalueerden ons alle drie kort,
en ik voelde dat het goed zat: mijn grapjes waren in de
smaak gevallen, de improvisatie had gewerkt, en de
originele aanpak van de aankondiging was een schot in de
roos.
Ik hoorde de uitzending niet van de finale – maar ik
hoop dat ze erin geknipt hebben. Want toen mijn naam
viel als winnaar, reageerde ik met ‘oei, er zal er thuis
eentje boos zijn…’
En dan nu tijd voor een kleine bekentenis. De eerste
mail die ik van Exit kreeg (waarin me werd verteld dat
ik was geselecteerd, en dus verslag mocht uitbrengen van
Springsteen), werd gestuurd door Jan Sprengers, de
producer van het programma. En Jan en ik kennen elkaar
twintig jaar. Het is te zeggen – we verloren elkaar tien
jaar geleden uit het oog, en onze contacten bleven
beperkt tot een sporadische e-mail. Maar toch.
Daarom bleef Jan weg van de finale: hij wou de jury niet
beïnvloeden, of de andere kandidaten intimideren door te
tonen dat we elkaar kenden.
En een tweede bekentenis: ik heb al enige media-ervaring.
Ik was meer dan tien jaar journalist, gaf nadien
mediatraining aan politici en aan bedrijfsleiders,…Dat
heeft (in tegenstelling tot mijn vriendschap met Jan
Sprengers) natuurlijk wél een rol gespeeld. Zeker in de
finale, toen de twee andere kandidaten hun tekst
voorlazen, struikelden over woorden, de pointe van hun
verhaal niet verteld kregen (omdat ze de minuut hadden
overschreden). Maar het feit dat je ooit journalist was,
of zelfs dat je mediatraining gaf, is gewoon een
voordeel, en maakt er geen oneerlijke competitie van.
Het zou pas oneerlijk zijn wanneer je om die reden van
deelname wordt uitgesloten.
In ieder geval: ik won dus. Ik kreeg geen stapel DVD’s
mee naar huis, zoals mijn concurrenten in de finale,
maar wel een vage afspraak – ik mocht naar concerten
gaan, gratis.
Vrij snel werd de prijs overigens uitgebreid: ik mocht
niet alleen gratis naar concerten gaan, ik mocht van
sommige concerten ook gratis verslag uitbrengen in Exit.
Wat meteen voor een ingewikkelde constructie zorgt. Op
dinsdag komt de muziekredactie van Exit samen, en wordt
beslist van welke optredens ze de komende week of weken,
een verslagje willen. Van vele optredens willen ze dat
niet – bijvoorbeeld omdat Arno al tien keer optrad in
België met dezelfde show. Of omdat Willy Deville wel
interessant is, maar die avond Anderlecht Europees
voetbalt, en Exit dus is vervangen door Sporza.
Er zijn dus nogal wat soorten optredens die ik meemaak…
- Uit de lijst van Radio 1 (dat zijn die optredens
waarvoor Radio 1 gratis kaarten heeft en vaak aan
luisteraas weggeeft) kies ik die optredens die me zinnen.
Soms is er een verslag van nodig, vaak niet. Meestal
gaat het hier om twee tickets – zo hoeft mijn vrouw geen
heel jaar lang boos te blijven op me.
- Optredens waarvoor Radio 1 in principe géén tickets
voor heeft, kan ik in sommige gevallen ook bijwonen (ik
maakte een zeer ambitieus wenslijstje): indien er een
verslag nodig is, kan Radio 1 een ticket aanvragen voor
de recensent. Soms lukt dat, soms lukt dat niet. Soms
heeft Exit een andere recensent op pad gestuurd, soms
vragen ze me op dinsdag om optreden zus of zo bij te
wonen…
- Optredens waarvoor ik zelf een ticket kocht – en waar
zij een verslag van willen. Deze zijn in de absolute
minderheid, om voor de hand liggende redenen.
Om de inleiding af te sluiten: die verslagjes, dus. Het
optimale uur voor Exit is half elf. Wat dus een
onmogelijk uur is: een optreden is om half elf zelden
afgelopen. Met andere woorden: ik mag meestal de zaal
uitrennen tijdens het optreden, een plaats zoeken waar
ik GSM-ontvangst heb, de studio bellen – en dan wachten
tot ze me terugbellen, een paar minuutjes later. Maar
hei – ik klaag helemaal niet. Integendeel: het is zelfs
plezant. En de moeite om er een nummertje of twee voor
te moeten missen.
Wat een gedoe toch, om gewoon te zeggen dat ik wat
optredentjes heb gevolgd…
|